De Gouden Ploeg van het Océ Museum

In 1974 begon men zich binnen Océ te realiseren hoe “oud” Océ begon te worden. Met name Edward Cohen, de Bedrijfspublicist, maakte zich hard voor het bewaren van het erfgoed. De Commissie Oudheden werd benoemd. Bij oud worden denken we al gauw aan het verleden en halen we oude herinneringen op. Steef Suyling was in 1937 bij Océ of, zoals hij het bleef noemen, Van der Grinten in dienst gekomen. Omdat hij in 1974 een van de laatste der Mohikanen was en bij zijn pensionering veel kennis verloren zou gaan zou het wellicht een goed idee zijn dat hij aan erfgoed zou willen gaan werken. Hij kende nog wel mensen, gepensioneerden, die graag zouden willen meewerken. Steef ging vol enthousiasme aan de slag. Lijstjes met apparaten, technische tekeningen, service manuals, hij wist alles op te duiken. En toen de eerste apparaten uit het stof moesten worden gehaald werd er ook een ruimte gevonden waar hij de eerste aanzet voor het museum maakte. Toen Steef met zijn Gouden Ploeg, want zo was deze groep enthousiastelingen inmiddels gedoopt, ongeveer een half jaar bezig was kreeg mijnheer Karel van der Grinten hier lucht van. Zo werd de basis gelegd voor het werk van de Gouden Ploeg.

Iedere dinsdag treffen ze elkaar in het Océ Museum aan de St. Urbanusweg. Er wordt gesleuteld aan (soms zeer) oude apparaten van Océ, informatie verzameld, koffie gedronken, en bijgepraat. Een groep van (meestal) gepensioneerde Océ/CPP-medewerkers die met veel passie nog altijd graag in het Océ Museum te vinden zijn en zorgen voor de instandhouding van het erfgoed. Ze onderhouden de apparaten in het museum, archiveren allerhande documenten, werken aan nieuwe concepten voor het Museum, geven rondleidingen aan bezoekers, doen technische proefjes met kinderen en werken aan de website.